zaterdag 9 augustus 2008

Gentse Feesten

In tegenstelling tot de meeste Gentenaars werk ik tijdens de Gentsche Fieste.
Mijn werkgever, Casa Rosa, organiseert elk jaar fuiven in Cocteau, en meestal ook een activiteit in ons gebouw, dus we hebben het altijd heel druk.
En dit jaar heb ik voor het eerst op de fuiven gewerkt, 's nachts dus ...
Ik zag er een beetje tegenop; ik ben immers gewend aan een deskjob en zit dus meestal achter de PC administratief actief te wezen.
Nu zou ik 's nachts jetons verkopen, midden in de feestsfeer - helemaal anders dus!
Maar al bij al is het enorm meegevallen.
Het is vreemd om 's avonds laat bloednuchter en alert door Gent te fietsen, me een weg te banen door de massa die volledig gefocust is op feesten, drinken, eten, slenteren, vrijen. Ze geven er niet om of ik op tijd op mijn werk kom, vinden het zelfs vervelend dat ik "erdoor" wil met mijn fietske. Ik krijg elke avond kleurrijke opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd, die ik eerst vrolijk negeer, maar naarmate de feesten vorderen en ik minder fris ben, durf ik al eens te reageren. Niet doen, zo blijkt, want dat stimuleert mensen enkel om nog meer opmerkingen te maken, en soms zelf een aanzet tot verkeersagressie te vertonen.
Enfin, dan kom ik aan in Cocteau, open de kassa, tel het geld, leg de jetons klaar en wacht op de eerste feestvierders.
De ene nacht is al drukker dan de andere, meestal is het stug doorwerken, één avond hebben we tijd om tussendoor "chapeau" te spelen, elke nacht (ochtend) ben ik blij als ik naar huis mag.
De terugtocht is totaal anders dan de heenweg. Nog steeds veel mensen op straat, maar ditmaal lijkt niemand nog nuchter en lijkt de uitbundigheid in veel gevallen omgeslagen in agressie en frustratie. Wie nu nog op straat loopt, wil zich bezuipen, weg van de wereld zijn. Wie nu nog op straat loopt, heeft geen "touche" gehad, geen vrienden ontmoet, geen plek gevonden om zich goed te voelen. Wie nu nog op straat loopt, zoekt naar manieren om de stress kwijt te raken alvorens te gaan slapen. En ik (op mijn fietske) ben duidelijk een doelwit. Het blijft niet bij opmerkingen, mensen willen me tegenhouden omdat mijn fietslicht te fel brandt, omdat ik fiets, omdat ik er ben kortom. Niet dat ik echt doodsbang geweest ben, hoor, maar leuk is anders.
Wat er dan wel zo leuk was aan 's nachts werken?
Ik heb op de fuiven mensen op een totaal andere manier ontmoet. Mensen die ik ken "van op het werk" of "van aan de telefoon" kwamen nu aan mijn kassa in feestsfeer, ontspannen, open, vrolijk, triest, met goesting om een verhaal te vertellen, te luisteren, na te denken, vragen te stellen en te beantwoorden ... Alsof we even op een andere plek waren, alle conventies en imago's tijdelijk overboord. Dat vond ik fijn.
Het is natuurlijk niet zo dat ik de mensen nu pas echt heb leren kennen; ik kende ze al, er is gewoon een dimensie bijgekomen, een dimensie die ik overdag op kantoor nooit zie.
Grappig wel dat sommigen (de minderheid) ook al fuivende vasthouden aan het zakelijke imago, bang om te ontspannen, bang om zich te laten kennen. Grappig omdat ze, net door niet te ontspannen, zich nog veel meer laten kennen.
Wil ik volgend jaar weer 's nachts werken? Ja, absoluut ... het is uitputtend, maar op een bepaalde manier heeft het ook mijn batterijen opgeladen voor het komende jaar.

donderdag 26 juni 2008

De titel

"Een lichte soort van schaduw" is een citaat van Nietsche, de man die ik raadpleeg als ik het zelf niet weet of er niet opkom. Nietsche heeft veel van die oneliners, die goed klinken als is de betekenis niet evident, of misschien onbestaande.
En ik had geen zin om mijn blog "Mijn leven" te noemen, alsof ik een coureur ben die terugblikt op zijn/haar carrière, of een bv of versleten politicus; mensen die het podium missen ook al hebben ze het misschien nooit gekend en die nog even willen genieten van het idee belangrijk te zijn. Maanden, jaren zijn ze ermee bezig, met die autobiografie, vaak komen er zelfs ghostwriters aan te pas om het iets verteerbaarder te maken. Even hun foto weer in de krant, bij voorkeur met stapels boeken op de achtergrond, en dan is het wachten op De Slegte, waar je hun leven dan kan kopen voor anderhalve euro.
Bij biografieën wordt ook vaak van tevoren beweerd dat er massa's "geheimen" in staan, schokkende verhalen over (ex) bv's, wie met wie sliep, wie sjoemelde, ...
Het komt op mij altijd gepland over. Ik bedoel, ofwel kan je een geheim bewaren, ofwel kan je dat niet. Stel je voor dat ik weet wie 20 jaar geleden het bed deelde met x, en ik heb dat 20 jaar voor mezelf gehouden, waarom zou ik het dan nu ineens gaan vertellen, tenzij ik denk dat het mijn verkoopscijfers een boost zal geven? Gepland dus ...
Maar terug naar "Een lichte soort van schaduw", van Nietsche dus, net zo diepzinnig of betekenisloos als je zelf wil. En ik houd mijn geheimen geen twintig jaar bij, als ze tenminste de moeite van het vertellen waard zijn.

Nog een keer ...

Rond het scherm van mijn PC hangen een tiental Postits met de logins van vorige blogpogingen. En nog ben ik niet wijzer geworden. Neen, ik probeer het gewoon nog een keer!
Ik denk namelijk dat ik weet wat er de vorige keren fout gegaan is: zelfcensuur.
Telkens er iets spannends/boeiends/ergs/fantastisch gebeurde, wilde ik het aan mijn blog toevertrouwen. Maar dan begon ik na te denken ... wie gaat dit lezen? Wil ik wel dat iemand het leest? Is het wel goed geschreven? Mag ik dit wel allemaal vertellen?
Met als gevolg dat ik mezelf zozeer censureerde dat er niets meer overbleef om over te schrijven, behalve de poezen en de tuin, maar daar kreeg ik snel genoeg van. Ik begon me zo'n truttig elfjesachtig wezen te voelen dat de hele dag met huisdieren converseert en madeliefjes in heur haar vlecht. Dus stopte ik met schrijven en was er alweer een blog ter ziele gegaan.
Maar zoals ik al zei, deze keer wordt het anders. Denk ik. Vermoed ik.